Nadat Bert en Petra voor de start onverhoopt terug naar Nederland moesten, stond er een peloton van maar liefst 25 afgetrainde renners en rensters aan de start in Nauders.
Enkele debutanten, maar ook vele oude vertrouwde TransAlp-gangers waren aanwezig bij het vertrek van deze 6-daagse Giro. De verwachtingen waren hooggespannen, zeker met de Passo Stelvio die ons de eerste dag te wachten stond.
Elke dag een bekende col
De DreiländerGiro is, ondanks zwaarteniveau 2, er een van formaat. Zeker omdat er iedere dag minimaal 1 aansprekende col op het programma staat. De hoogste col van deze reis werd op dag 1 beklommen, de Passo Stelvio met een hoogte van 2758 meter. Hier waren de omstandigheden niet heel best met mist, kou en deels regen. Onvergetelijk, zeker voor diegene die nog nooit eerder in dit gebied geweest zijn.
De één na hoogste col was de Passo Gavia (2652m). Deze werd op dag 2 beklommen en ook deze ging de boeken in als een prestatie van formaat. Zeker voor Iddo en Martin die de gehele lange zwarte route deze dag hebben afgelegd! De 3e dag naar Livigno toe klaarde het eindelijke echt op en kwam het zonnetje er door. Een openbaring en nu kon er echt van de omgeving genoten worden. Na deze prachtige etappe voor iedereen bereidde we ons voor op de 4e etappe naar Zwitserland, via onder andere de Passo Bernina en de Albulapas. Na afscheid genomen hebben van reisleider Rick, volgde Gijs-Jan hem in Tiefencastel op.
Wissel van de wacht
De nieuwe ploegleider zag tot zijn grote tevredenheid dat iedereen met een ‘big smile van oor tot oor’ binnen kwam rollen in Tiefencastel. Etappe 4 was relatief een makkie want er werd gestart op ruim 1800 meter hoogte in Livigno en gefinisht op 870 meter hoogte in Tiefencastel. Een etappe met veel meer dalende kilometers dan stijgende. Uiteraard moesten er onderweg wel de nodige passen overwonnen worden. Zo werden de Passo d’Eira, de Passo Forcola di Livigno, de Bernina pass en de Albula bedwongen alvorens Tiefencastel binnen te rijden. Voor een aantal was het toen nog niet genoeg, deze bikkels besloten om nog een extra ‘lusje’ te rijden; of wel via het eerste deel van Julierpass of via Lenzerheide. De nieuwe ploegleider van dienst was positief verrast over het hoge niveau van de groep.
Het peloton had het slechte weer definitief achter zich gelaten en zou alleen nog maar in warm nazomer weer de laatste etappes uitrijden. De vijfde etappe bracht de renners over de Albulapas, dit keer vanaf de andere kant, Lenzerheide, Chur en de Julierpass. Er konden deze etappe allerlei variaties gefietst worden, zo ook geschiede: een groepje reed eerst de lus naar Lenzerheide en Chur om vervolgens nog de Julierpass aan te vallen, resultaat: 150 km en 3500 hoogtemeters.
Andere deden een iets kortere variant door eerst de Julierpass te rijden en daarna nog een lusje naar Lenzerheide. Weer andere besloten voor een relatieve rustdag te gaan, toch begon het tijdens deze rustdag te kriebelen en werd de fiets toch ‘van stal’ gehaald om de schitterende klim naar Lenzerheide te beklimmen.
De meeste reden de originele rode route over de Albula en vervolgens de Julierpass. In de klim van de Albula werden de renners regelmatig aangemoedigd door de vele Japanners in de Bernina express. Deze trein die op de UNESCO werelderfgoedlijst staat cirkelt met de weg mee omhoog richting de top van de Albula. Vlak onder de top verdwijnt het spoor overigens de berg in om er aan de andere, in het Egadin tal, weer uit te komen.
Een paar renners reden de originele zwarte route over Lenzerheide, de Albula en de Julier. En last but not least waren er twee fanaten die eerst de Julier beklommen, vervolgens afdaalde naar het Egadin tal en de Maloja pass om daar te beginnen aan de monsterlijke beklimming van de Splügenpas, dit resulteerde in een rit van 170 km met 3700 hoogtemeters! Iedereen genoot en presteerde op zijn of haar eigen manier, chapeau!
Giro is rond
De laatste etappe was wederom een pittige. Waar de renners in de Tour de laatste etappe cadeau krijgen is dat in deze DreiländerGiro absoluut niet het geval. Er moesten in deze laatste etappe meer klimmende dan dalende kilometers afgelegd worden. Bovendien moest de 45 km lange Fluelapass bedwongen worden.
Na de Fluelapass ben je er nog lang niet want daarna moet je het hele Unter Egadin tal, eventueel met 2 extra kuitenbijters, en tot slot de Norbertshöhe bij Nauders overwinnen. Er werd afgezien, gestreden maar ook genoten van de omgeving, de geleverde prestaties, het weer en van elkaar. Aangekomen in Nauders werd daar uitvoerig op geproost en werd er nagepraat over de ervaringen van de Dreiländer Giro. Het was een mooie, uitdagende week!
Bekijk de diashow. Ondersteunt je Browser geen flash player? Bekijk dan de foto's op het Picasa webalbum.